Een eerlijke regeling voor parttimers omtrent feestdagenverlof

Binnen de module verlof worden verlofuren pro-rato toegekend o.b.v. de omvang van het dienstverband (arbeidsduur). Op basis van het werkrooster kan het zijn dat bepaalde parttimers meer feestdagen als werkdag in hun werkrooster hebben dan andere medewerkers.

In theorie zouden zij hiervoor meer verlof moeten inleveren. Of andersom; genieten zij van meer vrije dagen dan hun collega parttimers die een ander arbeidspatroon hebben. Dit kan leiden tot discussie.

De add-on ‘Feestdagenverlof’ berekent hoeveel uur een medewerker zou werken op de voor deze persoon van toepassing zijnde feestdagen op werkdagen. Indien deze virtueel benodigde uren minder zijn dan de virtueel toegekende feestdagverlofuren (pro-rato arbeidsduur) wordt het verschil bijgeboekt op de verlofkaart.




Figuur 1. Feestdagenverlof formule

Voorbeeld 1:

Medewerker heeft een dienstverband van 24 uur per week, en wel op dinsdag, donderdag en vrijdag van ieder 8 uur. Een fulltimer werkt 40 uur. In 2019 vallen er 7 feestdagen op werkdagen waarvan er 4 op dinsdag, donderdag en vrijdag.

Een fulltimer geniet 7 feestdagen à 8 uur = 56 uur feestdagenverlof (virtueel, want dit type verlof bestaat niet).

De medewerker werkt 24 uur. De virtuele feestdagenverloftoekenning bedraagt 24/40ste van 56 uur = 33,6 uur. De medewerker heeft ‘nodig’: 4 feestdagen à 8 uur = 32 uur. De medewerker houdt 33,6 – 32 uur = 1,6 uur ‘over’. Hier wordt het virtuele sado overgemaakt naar het echte verlofsaldo. Deze parttimer krijgt er 1,6 uur bij.

Voorbeeld 2:

Een andere medewerker werkt ook 24 uur en wel op maandag, dinsdag en woensdag. Op basis van dit arbeidspatroon zijn er in 2019: 5 feestdagen op werkdagen.

De virtuele feestdagenverloftoekenning bedraagt 24/40ste van 56 uur = 33,6 uur. De medewerker heeft ‘nodig’: 5 feestdagen à 8 uur = 40 uur. De medewerker houdt 33,6 – 40 uur = -6,4 uur ‘over’. De medewerker zou uren moeten inleveren. Dit wordt genegeerd. Er wordt geen bij- of afboeking gedaan.